In 1904 gebouwde dubbele villa. De villa is gebouwd naar een ontwerp van de architect C. de Groot, op een terrein dat deel uitmaakte van de buitenplaats 'BOUWZIGT'. In 1909 is er erker aan het pand toegevoegd. Andere vooroorlogse verbouwingen vonden plaats in 1923, 1929 en 1938. De villa is gebouwd in een voor de bouwtijd karakteristieke Overgangsstijl met aan de Chaletstijl en Cottagestijl refererend vakwerk. De villa is gesitueerd in het villapark Ministerpark, een onderdeel van het Noordwestelijke Villagebied. OmschrijvingHet grotendeels in gepleisterde baksteen met horizontale accenten van schone baksteen en vakwerkonderdelen opgetrokken pand staat met twee bouwlagen onder een met pannen gedekt, uitkragend schilddak met steekkappen in de vorm van zadeldaken (met wolfsend). De gevels zijn voorzien van een hoge plint van schone baksteen of klinkers (trasraam) en recht gesloten gevelopeningen met gemetselde lekdorpels en roedenverdeling in de bovenramen. De dubbele villa heeft een op de straat gerichte asymmetrische voorgevel (zuidzijde) met rechts een risalerende, onder zadeldak staande puntgevel met op de begane grond een erker met schuine zijden en openslaande deuren, een venster op de verdieping en een klein zoldervenster met kruisraam in de met vakwerk ingevulde geveltop. De travee hier links van bevat een breed venster op de begane grond en een smaller venster op de verdieping. De brede risaliet hier links van heeft op de begane grond een ondiepe erker met schuine zijden en een gebogen houten lijst, op de verdieping een breed venster en een tweedelig zoldervenster in de met vakwerk ingevulde, onder een wolfsend staande geveltop boven de tekst `LUMEN AD ABSURDUM'. De linker gevelpartij bevat een venster per bouwlaag en geheel links een klein, waarschijnlijk toegevoegd venster. De linker zijgevel heeft een lage verdieping met vier vensters van verschillend formaat onder een afhangend deel van de kap. Een van deze vensters is een driedelig, met glas-in-lood ingevuld traplicht. De oorspronkelijke gevelindeling is gewijzigd op de begane grond. Hierin staan nog een stel openslaande paneeldeuren en een enkele paneeldeur met zij- en bovenlicht Tegen de rechter zijgevel staat een één bouwlaag hoge uitbouw met plat dak waarop een houten balustrade staat. Op het plat komen openslaande deuren uit. In het rechter deel van de gevel staan op de begane grond een deur met zijlicht en drie kleine vensters. De verdieping bevat een driedelig, met glas-in-lood ingevuld traplicht en een venster aan weerszijden. Uit het dakschild hierboven steken een rechthoekige dakkapel en een hoge schoorsteen. WaarderingHet landhuis is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de ensemblewaarde, alsmede vanwege de gaafheid.Het landhuis heeft cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling in de bouw van woonhuizen voor de beter gesitueerde.Het landhuis is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp, vanwege de voor de bouwtijd kenmerkende hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering (en als een karakteristiek werk uit het oeuvre van een vooraanstaand architect).Het landhuis heeft ensemblewaarde vanwege de sterke architectonische en stedenbouwkundige samenhang met de nabij staande bebouwing en als een bijzonder onderdeel van het Noordwestelijke Villagebied, waarmee het een belangrijke historisch-ruimtelijke relatie heeft.Het landhuis is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur.